Skip to main content

tweede wereldoorlog

'Amsterdam had zeker dertien werkkampen voor Joden' - Het Parool

Amsterdam heeft in de Tweede Wereldoorlog zeker dertien Joodse werkkampen gehad, waar dwangarbeid verricht moest worden en waar vandaan Joden vanaf 1942 naar het oosten werden gedeporteerd.

Dat blijkt uit onderzoek van de Amsterdamse amateur-historicus Lion Tokkie (68), die sinds 2005 informatie verzamelt over Joodse werkkampen in Nederland. Het ging om zogeheten heen- en weerkampen waarbij de dwangarbeiders 's avonds naar huis gingen.

Onderzoeker Lion Tokkie toont beelden van Joden die uit Amsterdam worden weggevoerd. Tokkie, die voornemens is een proefschrift over de kampen te schrijven en zich heeft omringd met deskundigen, onder wie hoogleraar erfgoed Rob van der Laarse, ontdekte dat nog weinig over de werkkampen bekend is.

Lees hier het hele verhaal.

Amsterdam start terugbetalingen onterechte boetes

Amsterdam gaat niet-opgevraagde giro-tegoeden en erfpachtboetes terugbetalen die na de oorlog werden opgelegd aan Joden die een betalingsachterstand hadden opgelopen. Nabestaanden kunnen een aanvraag indienen bij de stichting Individuele Terugbetalingen Amsterdam (ITA): check de namenlijst online

ITA houdt zich bezig met terugbetaling van boetes die na de oorlog zijn opgelegd aan teruggekeerde Joden of hun nakomelingen die tijdens de oorlogsjaren een betalingsachterstand opliepen van de erfpachtcanon van hun woning. Ook tegoeden bij de Amsterdamse gemeentegiro, die na de oorlog niet zijn opgevraagd omdat de eigenaar was vermoord, worden terugbetaald.

Namenlijsten

Het NIOD (nationaal instituut voor oorlogs-, holocaust- en genocidestudies) vond bij dossieronderzoek naar deerfpachtkwestie namen van mensen die na de oorlog een boete kregen omdat zij door oorlogsomstandigheden niet in staat waren geweest de erfpachtcanon te voldoen. Het ging bijvoorbeeld om mensen die waren ondergedoken of gedeporteerd.

Ook de niet-opgevraagde tegoeden op de Gemeentegiro zijn in de financiële administratie gevonden door onderzoek dat de heer H.G.M. Blocks in 2012 en 2013 uitvoerde in de archieven van de Gemeentegiro. Alle rekeningen die in de oorlogsjaren ‘slapend’ zijn geworden zijn op naam teruggevonden. Van een groot aantal hiervan is ook na WO II het saldo niet opgevraagd en bij de gemeentegiro achtergebleven.

De gemeente Amsterdam heeft lijsten van alle teruggevonden namen gepubliceerd. Klik hierom de namenlijsten te zien.

Erfpachtboete: niet op de lijst?

Let op: niet iedereen die een boete kreeg staat op de lijst. Alsu of uw familielid bijvoorbeeld de erfpachtboete heeft betaald zonder bezwaar te maken, dan staat uw naam niet op de lijst, maar kunt u wél een aanvraag indienen.
U kunt hiervoor het ‘Aanvraagformulier tot teruggave van de erfpachtboete’ gebruiken. In het aanvraagformulier kunt u aangeven dat het gaat om een persoon, die niet voorkomt op de lijst.

Informatie

Alle informatie over hoe een aanvraag tot teruggave van een niet-opgevraagd Gemeentegiro-tegoed en/of opgelegde erfpachtboete kan worden ingediend staat op de website van stichting ITA: www.stichtingita.com.
Stichting ITA is telefonisch bereikbaar op nummer 020-552 2069 of per mail: Dit e-mailadres wordt beveiligd tegen spambots. JavaScript dient ingeschakeld te zijn om het te bekijken.

Beeld en Geluid geeft NSB propagandafilms uit

Het Nederlands Instituut voor Beeld en Geluid heeft 170 propagandafilms van de Nationaal-Socialistische Beweging (NSB) uit voornamelijk de periode 1941-1944 op zijn website beschikbaar gesteld.

Sinds de oorlog golden de films als ‘geconfisqueerd oorlogsmateriaal’, waarover alleen de overheid beschikking had. Nu, zo’n 70 jaar na publicatie van de films, zijn de auteursrechten van de overheid vervallen en behoren ze tot het publieke domein.

Het filmmedium was in de oorlogstijd nog redelijk nieuw, maar gold desondanks als belangrijk middel voor propaganda. Volgens Beeld en Geluid laten de films het ideaalbeeld zien dat de NSB de ‘volksgenoten’ wilde voorspiegelen: orde, discipline, tucht, patriottisme en volksbelang vóór individueel belang.

Het delen van het filmmateriaal op een laagdrempelige manier moet wetenschappelijk onderzoek vergemakkelijken en stimuleren.

De films werden kort belicht door Jort Kelder bij Pauw (uitzending van 30 mei). Volgens hem zijn de beelden redelijk professioneel te noemen, maar niet zo professioneel als die van de NSDAP, de 'zusterpartij' in Duitsland. Ook valt aan sommige fragmenten op dat de NSB ervan bewust was dat haar leden vaak als “losers” werden gezien door anderen in de samenleving, en zichzelf hierop juist als dapper en vastberaden wilde afschilderen.

Tijdens de discussie kwam ook de vraag naar boven in hoeverre het verstandig is geweest om fragmenten van de propagandafilms op openbare televisie te tonen zonder al te veel duiding. Thomas Smits, promovendi en onderzoeder naar geïllustreerde nieuwstijdschriften, noemde het “niet veel meer dan ‘NSB-porno’” wanneer zulke beelden getoond worden zonder eerst de context te behandelen.

Het geeft eens te meer aan dat de verantwoordelijkheid omtrent het omgaan met fout erfgoed moeilijk overschat kan worden. Terwijl de besluitende woorden gesproken worden over de vraag of Mussert zelf ook zo’n “loser” was of juist niet – ook onderwerp van discussie – concludeert Pauw, “heel veel mensen hebben toch erachteraan gelopen”. Waarop Kelder antwoordt: “En ze zouden het morgen weer doen, Jeroen. Dat weten we allemaal”.

Boek: De Tweede Wereldoorlog in kleur

Op 10 oktober 1972 overleed de cineast en fotograaf Alphons Hustinx (1900-1972). Hunstinx was een pionier in het fotograferen en filmen in kleur. Na zijn dood liet hij zijn omvangrijk fotografisch archief na aan zijn neef Lodewijk Imkamp.

In de collectie trof Imkamp een groot aantal foto’s uit de oorlogsjaren aan. Deze zijn nu gebundeld in een unieke collectie, waarin foto's uit alle hoeken van Nederland uit de jaren 40-45 zijn verzameld, ingekleurd en van context voorzien. Een must-have voor elke geschiedenisliefhebber!

Klik hier om meer te lezen of om het boek hier te bestellen.

De verrader van Anne Frank, een nog altijd onopgeloste puzzel

Was Arnold van den Bergh de verrader van familie Frank? Zes historische onderzoekers schreven een onderzoek over de levensloop van de Joodse notaris en kwamen uiteindelijk tot één conclusie: er is geen bewijs dat hij schuldig is. 

De verrader van Anne Frank is nooit bekend geworden. Terwijl haar verhaal een bijzondere plek heeft in de geschiedenis van de Holocaust. Gedurende jaren hield deze vraag dan ook de gemoederen van veel mensen en onderzoekers bezig.  

Het begin van een lange zoektocht volgt. Verschillende onderzoekers stellen diverse scenario’s en verdachten op, maar zonder resultaat. In 2017 kwam documentairemaker Thijs Bayens op het idee om een nieuw onderzoek te doen met moderne politiemethoden. Een zogeheten ‘Cold Case Team’ met onderzoekers uit Amerika en Nederland werd hiervoor samengesteld.

Een spoor van kritiek
Op 17 januari 2022 was het zo ver. Het onderzoek was klaar en het boek ‘het verraad van Anne Frank’ lag in verschillende boekenwinkels. De conclusie van het CCT? De Joodse notaris Arnold van den Bergh heeft Anne Frank, met 85% zekerheid, verraden.

Maar wie dacht dat het vraagstuk nu opgelost was, heeft het bij het verkeerde eind. De publicatie liet wereldwijd een spoor van kritiek achter en deed een hoop historische stof opwaaien. Amateuristisch, tunnelvisie en misinterpretatie, oordeelden de zes historici in hun onderzoek. “Ze doen te veel vooronderstellingen en hun omgang met bronnen is problematisch.”

De Historische strijdbijl
Een reden voor de zes historici: Bart Wallet, Laurien Vastenhout, Petra van den Boomgaard, Bart van der Boom, Raymund Schütz, Aaldrik Hermans om de historische strijdbijl op te pakken en een tegenonderzoek te schrijven. Hierin schetsen zij de levensloop van de Joodse notaris en de fouten die zij zien in het boek.

‘Het verraad van Anne Frank’ laat bijvoorbeeld een beeld zien van een Joodse notaris die rijk, intelligent en listig is. Tijdens de oorlogstijd zou Van den Bergh verschillende Joden verraden hebben en contact onderhouden met hooggeplaatste nazi’s. Niet uit geldzucht of boosaardigheid, maar om zijn gezin te redden. 

De historici schetsen een beeld van de Joodse notaris als familieman, iemand die zich inzette voor de sociaal zwakkeren. Daarnaast was hij als notaris erg bemiddeld en leidde hij een goedlopend kantoor waar hij vooral Joden ontving. Ook maakte hij deel uit van de Joodse raad en had hij een vaste positie in de stad.

Het verraad
Maar hoe komt het CCT er bij dat Arnold van den Bergh de familie Frank heeft verraden? Zij voeren daarvoor een aantal bewijsstukken aan: het anoniem bezorgde briefje bij Otto Frank, de vader van Anne, de lijsten van de ondergedoken Joden waar de Joodse notaris over zou kunnen beschikken, een telefonische tip van een verrader en het gedrag van vader Frank en Miep Gies na de oorlog.

In het anonieme briefje die vader Otto Frank ontving, stond het volgende:

“Uw schuilplaats te Amsterdam werd indertijd medegedeeld aan de Jüdische Auswanderung te Amsterdam, Euterpestraat, door A. van den Bergh destijds wonende bij het Vondelpark, O. Nassaulaan. Bij de J.A. lag een hele lijst van door hem opgegeven adressen.”

Het CCT hecht een grote waarde aan dit ‘bewijsstuk’. Maar de onderzoekers weerleggen dit door te zeggen dat het na de oorlog wemelde van verdachtmakingen en Van den Bergh door zijn hoge positie in de Joodse raad verschillende vijanden kon hebben.

De Joodse notaris zou volgens het CCT ook lijsten hebben van verschillende ondergedoken Joden. Volgens het CCT kon hij hier aan komen door zijn functie bij de Joodse raad. Maar enig bewijs dat zij of van de Bergh deze adressen in hun bezit hadden, is nooit gevonden.

Telefonische tip
Dan is er nog het telefoontje. De theorie is dat Julius Dettmann van de Sicherheitspolizei op de ochtend van 4 augustus 1944 telefonisch van de verrader een tip kreeg, en naar aanleiding daarvan opdracht gaf tot de inval op de Prinsengracht. Maar als Van den Bergh al de lijst met Joodse adressen aan hen had doorgespeeld, waarom zou hij dan nog bellen? 

Verder voerde het CCT als bewijs aan, dat vader Frank de medeplichtigheid van de Joodse notaris niet wilde verhullen. Om de reden dat hij antisemitisme niet aan wilde wakkeren. Maar volgens verschillende schriftelijke bronnen blijkt dat hij samen met Miep Gies – zij redde het dagboek van Anne Frank - nog altijd opzoek was naar de dader. 

Zelf ondergedoken
De onderzoekers vinden het motief van lijfsbehoud die het CCT aandraagt, volledig uit de lucht gegrepen. Toen de bezetting kwam, probeerde de Joodse notaris namelijk te vluchten of onder te duiken. Dit zou blijken uit de tijdlijn: de kinderen van Van den Bergh zaten al sinds oktober 1943 ondergedoken. Volgens het tegenonderzoek zijn er ook voldoende aanwijzingen dat Van Den Bergh en zijn vrouw Guusje ten minste tot februari 1944 zelf ook ondergedoken zaten. 

Dat hij en zijn gezin de oorlog wisten te overleven, is volgens CCT geen toeval. Een lijst met onderduikadressen zou namelijk genoeg zijn voor een vrijbrief als ze gearresteerd werden door de nazi’s. De onderzoekers vinden dit slechts een aanname die niet te bewijzen valt. Doorgaans gingen lang niet alle ‘verraders’ vrijuit en werden ze dikwijls neergeschoten.

Geen nauwe contacten nazi’s

Volgens de historici gaf geen van zijn kringen: familie, notariaat en Joods sociaal werk, een aanwijzing voor nauwe contacten van Van den Bergh met hoge nazi’s. Een medewerker van de roofbank karakteriseerde hem eerder als iemand ‘mit infernalischem Hass gegen Deutschland’. De onderzoekers vinden dat niet rijmen met het CCT opgeroepen beeld van iemand die vriendschappelijke connecties had met de nazi’s.

Het rapport eindigt dan ook met de conclusie dat het CCT onzorgvuldig te werk is gegaan en er te weinig bewijzen zijn om Arnold van den Bergh als verrader aan te wijzen. Het mysterie van het verraad van Anne Frank, zal voorlopig nog een onopgeloste puzzel blijven.

Docuserie ‘Why We Hate’ van Spielberg op NPO

De publieke omroep is begonnen met het uitzenden van de documentaire Why We Hatevan de filmmakers Alex Gibney en Steven Spielberg. De veelgeprezen reeks behandelt op indringende manier de vraag waar menselijke haat vandaan komt, en de verschillende antwoorden daarop van de wetenschap.

Spielberg is onder meer bekend van de film Schindler’s List(1993) die hij regisseerde. De film is gebaseerd op het verhaal van de Duitse ondernemer Oskar Schindler, die tijdens de Holocaust zijn status bij de nazi’s gebruikte om Joodse arbeiders in zijn fabriek te redden van de dood. Nog steeds is het een van de bekendste films met de Jodenvervolging als thema.

Regisseur Geeta Gandhbir vertelt dat het idee om de documentaire te maken van Spielberg kwam, meteen na de productie van Schindler’s List. “Ik denk dat het maken van die film een diepe indruk op hem achterliet. De vragen deden zich op waarom en hoe wij als mensen het in ons hebben om elkaar zulke verschrikkelijke dingen als genocide en massavernietiging aan te doen. Hoe komen we daar?”, vertelt Gandbhir.

Haat

Tijdens een evenement ter ere van het jubileum van Schindler’s List drong Spielberg aan op het verplicht stellen van geschiedenislessen over de Holocaust in het onderwijs.

In een interview lichtte Spielberg toe dat het thema ‘haat’ hem al vanaf zijn kindheid bezighoudt.

Ik kreeg voor het eerst te maken met antisemitisme op de basisschool. Zeker niet alle kinderen, maar sommigen hadden er een handje van om minder populaire klasgenootjes, zoals mij, steeds te pesten.” Spielberg kwam zelf uit een orthodoxe familie, maar bracht een groot deel van zijn jeugd door in plaatsen met weinig Joodse inwoners.

Destijds herkende ik het nog niet als haat”, vertelde hij, “maar in plaats daarvan zorgden ze ervoor dat ik een gevoel van schaamte kreeg voor mijn Joodse afkomst. Ik voelde me vaak uitgesloten terwijl ik opgroeide, en realiseerde me op die manier dat pesten een effectief middel kan zijn om anderen te doen voelen dat ze macht hebben.

Met de documentaire wil Spielberg echter ook inspireren tot hoop en moed. “Hoewel de frontale cortex stoppen met groeien na ons 25ste levensjaar, zijn onze hersenen een veranderlijk systeem”, zegt hij. “Dit betekent dat haat ook ‘ontleerd’ kan worden.” 

Why We Hateis vanaf 7 juni elke zondag te zien om 22:10 op NPO 2 

 

Israel geeft nieuwe Eichmann-documenten vrij

De Israelische president Reuven Rivlin heeft woensdag, op Holocaust Memorial Day, niet eerder gepubliceerde stukken vrijgegeven uit het archief over het Eichmannproces in 1960/61. Een van die documenten was een gratieverzoek van de oorlogsmisdadiger Adolf Eichmann (hier in vertaling afgedrukt).

SS-Obersturmbannführer Eichmann was een van de hoofdverantwoordelijken voor de Jodenmoord in de Tweede Wereldoorlog, die op 27 januari wordt herdacht tijdens Holocaust Memorial Day. Hij is wel "de gewetenloze boekhouder van de Jodenvervolging" genoemd. Na de oorlog ontkwam Eichmann uit een krijgsgevangenkamp. Hij woonde onder een valse naam in Argentinië, tot hij in mei 1960 door de Mossad werd gepakt in Buenos Aires en naar Israel werd gesmokkeld. Eichmann werd in Jeruzalem berecht en in 1961 opgehangen; het enige doodvonnis dat ooit door Israel is voltrokken.

In het nu gepubliceerde gratieverzoek schrijft Eichmann - wat zijn verdediging ook tijdens het proces aanvoerde - dat hij geen belangrijke drijfveer was geweest in de moord en 'slechts bevelen uitvoerde'. Dit is niet waar, vertelde in 2012 Gabriel Bach, het enige toen nog levende lid van het team van openbare aanklagers: Eichmann vervolgde Joden obsessief en niet alleen omdat hij moest.

Gabriel Bach las honderden papieren, vertelde hij aan Nederlandse geschiedenisleraren, politici en Vrienden van CIDI in Amsterdam. Hij vond daarin veel bewijzen van Eichmanns gedrevenheid. En nog in 1956 schepte Eichmann in een interview met de Nederlandse SS'er en journalist Willem Sassen op over zijn rol in de organisatie van de deportaties. Hij had nergens spijt van, behalve dat hij niet genoeg Joden had vermoord.

De speech van Gabriel Bach is opgenomen: bekijk hem integraal via de link hieronder. Omstreeks 35:35 spreekt Bach over de bewijzen waaruit blijkt dat Eichmann in zijn moordzuchtige ijver zelfs tegen bevelen van Hitler inging.

 

Voor meer informatie, klik hier.

 

Lesgeven over Holocaust blijft een uitdaging

Onderzoek wijst uit dat twaalf procent van de Nederlandse geschiedenisdocenten op de middelbare school weerstand vanuit de klas ervaart als zij lesgeven over de Holocaust. De interesse bij leerlingen voor dit onderwerp groeit wel. Hoe kan de interesse van leerlingen het beste aangestuurd worden, om hun kennis en begrip van dit pijnlijke hoofdstuk van onze geschiedenis te vergroten?

Noot: dit artikel verscheen eerder op cidi.nl

Twaalf procent van geschiedenisleraren geeft aan weleens negatieve reacties te krijgen van leerlingen als reactie op lessen over de Holocaust. Dat blijkt uit een onderzoek dat is uitgevoerd door ResearchNed in opdracht van CIDI. CIDI ontving geluiden dat docenten het steeds lastiger vinden om onderwerpen uit de Tweede Wereldoorlog bespreekbaar te maken. 12 jaar geleden deed EW in samenwerking met ResearchNed een vergelijkbaar onderzoek naar dit precaire thema. Daaruit blijkt ook dat docenten een toenemende interesse bespeuren in lessen over de Tweede Wereldoorlog en Holocaust, ondanks dat er steeds minder ooggetuigen nog in leven zijn. Blijvende waakzaamheid is nodig voor herinneringseducatie voor volgende generaties. Grove bagatellisering van de Holocaust sinds de coronapandemie laat zien dat dit allesbehalve vanzelfsprekend is.

Monitor Antisemitische Incidenten 2021
In de recente Monitor Antisemitische Incidenten over 2021 wordt antisemitisme op scholen expliciet genoemd en bijgehouden. Het antisemitisme op scholen groeide explosief tijdens het conflict tussen Israel en verschillende gewapende terroristische groepen in Gaza. Deze monitor stelt tevens dat Holocaustbagatellisering tijdens de coronacrisis, zoals het dragen van een Jodenster tijdens demonstraties, aantoont dat de herinneringscultuur in Nederland niet vanzelfsprekend is. De conclusie uit dit onderzoek is dat deze normvervaging een bedreiging is voor de gehele Nederlandse samenleving. Hierbij wordt ook expliciet genoemd dat onderwijs een van de sleutels is om de herinnering aan de Holocaust levend te houden.

Bevindingen
De onderzoekers concluderen dat 'twaalf procent' niet gelezen moet worden in termen van 'veel' of juist 'weinig'. Twaalf procent van de docenten die een drempel ervaart rond dit onderwerp is al problematisch op zichzelf. Gelukkig zijn er niet veel docenten die zich hierdoor laten lijden, docenten houden de regie over het curriculum, ondanks de soms felle of antisemitische reacties vanuit de klas. Slechts drie procent mijdt deze thematiek, alhoewel een kwart van de docenten zich voorzichtiger opstelt. Ongeveer de helft van de docenten hoort minstens eens per jaar inderdaad een antisemitische opmerking. Deze opmerkingen zijn vaak niet rechtstreeks gericht op Joden, dit is ook onmogelijk, Joden zijn immers een kleine minderheidsgroep in Nederland. 

Naast de Holocaust is ook het bespreekbaar maken van het conflict tussen Israel en de Palestijnen vaak lastig. Na het thema 'slavernijverleden' roepen deze thema's de meest heftige reacties op. Deze thema's worden door jongeren ook wel eens op een ongepaste manier met elkaar verknoopt. Zo maken scholieren vergelijkingen tussen wat de Joodse slachtoffers overkwam en het Israelisch-Palestijns conflict. Hoe onterecht dan ook, Israel wordt vaan vergeleken met nazi-Duitsland, om Joden uit de hele wereld te provoceren met een gedeeld historisch trauma.

Aanbevelingen
Het onderzoek eindigt met een aantal duidelijk aanbevelingen. Zo stellen de onderzoekers dat docenten hulp moeten krijgen om allerlei obstakels te overwinnen. Daarnaast stellen de onderzoekers dat het bezoeken en bespreken van 'fout erfgoed' de juiste toon kan aanslaan onder scholieren. Uiteraard wordt het bezoeken van musea over de Tweede Wereldoorlog, zoals het Verzetsmuseum, warm aanbevolen. Het uitnodigen van gastsprekers, die soms zelf de Sjoa aan de lijve hebben ervaren, of de tweede generatie, geeft leerlingen een 'tastbaardere' link met de gebeurtenissen van zo'n 80 jaar geleden. Leerlingen kunnen zich zodoende beter inleven in de ervaringen van slachtoffers, overlevenden en hun nakomelingen. Hierdoor worden de gebeurtenissen van de Holocaust minder abstract. 

Wij moeten als maatschappij waakzaam blijven tegen alle vormen van antisemitisme, inclusief ontkenning en bagatelliseren van de Holocaust. Het normaliseren van antisemitisme doet af aan de normen en waarden van tolerantie en mensenrechten waarop onze maatschappij zich baseert.

Lees hier het hele onderzoek.

 

Mein Kampf wordt opnieuw uitgegeven in Duitsland

Mein Kampf, het manifest dat Adolf Hitler (1889-1945) in de gevangenis schreef, is afgestoft en wordt volgende maand opnieuw uitgegeven, mét kritisch commentaar.

Het Zuid-Duitse instituut voor Hedendaagse Geschiedenis (IfZ) maakt er gebruik van dat 31 december, zeventig jaar na Hitlers dood, alle auteursrechten voor het boek verlopen. Klik hierom verder te lezen.

Ondertussen is er ook een Nederlandse heruitgave, met commentaar en context. Die is hierte bestellen.

Muziek om Holocaust niet te vergeten

De verschrikkingen van de de Tweede Wereldoorlog mogen niet worden vergeten. Reden voor muziekvereniging Excelsior in Grijpskerk om een herdenkingsmuziekstuk te laten maken.


Het orkest werd bij het Wereld Muziek Concours in Kerkrade in 2013 wereldkampioen in de derde divisie. Excelsior debuteert in 2017 op dit concours in de tweede divisie.

Om goed voor de dag te komen liet het de christelijke muziekvereniging onder leiding van dirigent Andries de Haan een muziekstuk maken op basis van de bekende documentaire Shoah van Claude Lanzmann over de vernietigingskampen in Polen. In de documentaire staat Simon Srebnik centraal die als Poolse jood de Holocaust overleefde.

Klik hierom meer te lezen

Nieuwe podcastserie: “Those who were there – Voices from the Holocaust”

De herinnering aan de Holocaust heeft nu ook het medium van podcasts bereikt. Those Who Were There: Voices from the Holocaust is de eerste podcast waarin de verhalen van mensen die de Holocaust hebben meegemaakt in bondige episodes wordt verteld.

Het Fortunoff Video Archive for Holocaust Testimonies van de beroemde Anerikaanse Universiteit van Yale heeft het project medemogelijk gemaakt. In totaal zijn de verhalen van zo’n 4000 slachtoffers, ooggetuigen en anderen voor wie de Holocaust een rol in hun leven heeft gespeeld, hier opgeslagen.

De nieuwe podcastserie is te volgen via Twitter en Instagram.

De eerste vijf episodes zijn voorgelezen door Eleanor Reissa, bekend als actrice en regisseur van Jiddisjtalige theaterstukken. Samuel Kassow, historicus op het gebied van het Asjkenazisch Jodendom, heeft de verhalen van context voorzien.

De eerste vijf episodes van Those Who Were There zijn nu te vinden op o.a. Apple Podcast, Google Play en Stitcher.

Nuremberg - radioserie van de BBC over de Neurenberg-processen

75 jaar geleden waren de processen van Neurenberg in volle gang. BBC-radioserie Nurembergvertelt in acht delen het verhaal van het 'grootste proces aller tijden', volgens een van de rechters zelf, waarbij honderden oorlogsmisdadigers van het naziregime na de Tweede Wereldoorlog berecht werden.

De achtdelige serie, geschreven door Jonathan Myerson, begint met de arrestatie van nazikopstukken als Herman Göring, Rudolf Hess en Karl Dönitz, en hun opsluiting in een geïmproviseerde gevangenis in Luxemburg. Het verhaal wordt verteld vanuit het perspectief van de mensen die het proces mogelijk maakten: een tolk, een psycholoog, een griffier en anderen. De rollen worden gespeeld door een sterrencast, waaronder Natalie Dormer (Game of Thrones) en Ed Stoppard (The Pianist).

Nurembergis vanaf vrijdag 27 augustus live te luisteren op BBC Radio 4 om 15:15 uur Nederlandse tijd, waarna elke aflevering op de website van Radio 4 terug te luisteren is. De serie is na 27 augustus ook te luisteren als zestiendelige podast met toegevoegde historische achtergrondinformatie op BBC Sounds.

Resten Amerikaanse soldaten uit WOII gevonden

De stoffelijke overschotten van 36 Amerikaanse mariniers zijn gevonden op een afgelegen eiland in de Stille Oceaan, meer dan zeventig jaar nadat zij omkwamen in de strijd tegen Japan tijdens de Tweede Wereldoorlog.

De stoffelijke overschotten van 36 Amerikaanse mariniers zijn gevonden op een afgelegen eiland in de Stille Oceaan, meer dan zeventig jaar nadat zij omkwamen in de strijd tegen Japan tijdens de Tweede Wereldoorlog. Dat meldt Sky News op woensdag. Mark Noah, directeur van liefdadigheidsorganisatie History Flight, zegt dat de resten van de soldaten werden ontdekt na een opgraving van vier maanden op het eiland Betio in Kiribati. De mannen werden gedood tijdens de Slag om Tarawa in 1943.

Klik hier en hier om meer te lezen

 
 
Afbeelding: Twitter slag om Tarawa 1943

Tien Noorse-Joodse overlevenden vertellen over de Holocaust

Ze blijven altijd indrukwekkend om te lezen en tot je te laten doordringen: verhalen uit de concentratiekampen tijdens de Tweede Wereldoorlog.

In het boek Getuiges van de tijd (Unieboek|Het Spectrum, 2015) van de Noorse schrijver Jakob Lothe komen tien Joodse vrouwen aan het woord, die de nazikampen overleefden. Ze zijn geboren tussen 1921 en 1935 in Europese landen en vertellen over hun kampervaringen en hoe deze van invloed waren op hun verdere leven. Hun ervaringen – die Lothe tussen 2010 en 2013 optekende – zijn schokkend, maar ook hoopgevend.

De schrijver vertelt in de uitgebreide inleiding van zijn boek vooral de Noors-Joodse slachtoffers van de Holocaust.

Klik hier om een uitgebreide samenvatting te lezen.

Trauma's Holocaust blijken erfelijk

De trauma’s die overlevers van de Holocaust hebben opgelopen, kunnen aan hun nageslacht overgeleverd worden. Genetische veranderingen liggen aan de basis. Dit is een bewijs dat levenservaringen de volgende generaties kunnen beïnvloeden, schrijft The Guardian.

Een onderzoeksteam van het New Yorkse Mount Sinai-ziekenhuis onderzocht het DNA van 32 Joodse mannen en vrouwen die opgesloten zaten in een concentratiekamp, getuige of slachtoffer waren van foltering of die tijdens de Tweede Wereldoorlog ondergedoken leefden. Daarna namen Rachel Yehuda en haar vorsers het genetisch materiaal onder de loep van de kinderen van de overlevers, die vaak lijden aan stressstoornissen. Vervolgens maakten ze de vergelijking met de genen van Joodse families die tijdens de Tweede Wereldoorlog buiten Europa verbleven.

Klik hier om verder te lezen

Twintig gemeenten starten onderzoek naar eigen handelen tegenover Joodse huiseigenaren na WOII

Al eerder schreven brachten wij de Vastgoedboeken van de Duitse Bezetter , het bijbehorende onderzoek ernaar van Pointer en hun virtuele reconstructie van een verdwenen stukje Joods Amsterdam onder uw aandacht.

Vanavond bij De Monitor, om 22.15 uur op NPO2 (KRO-NCRV)

Een groot aantal gemeenten gaat onderzoeken hoe ze zich gedragen hebben tegenover Joodse huiseigenaren in en na de Tweede Wereldoorlog. Dat blijkt uit een rondgang van De Monitor en Pointer langs verschillende gemeenten die voorkomen in de vastgoedadministratie van de Duitse bezetter. Tijdens de Tweede Wereldoorlog werd Joods vastgoed onteigend en doorverkocht. De gemeenten gaan onderzoeken of belastingen zijn geheven terwijl de Joodse eigenaren geen toegang hadden tot hun woningen, en hoe ze zijn omgegaan met onteigende panden die ze zelf aankochten.

Over hoe gemeenten gehandeld hebben rond geroofd Joods vastgoed is nog weinig bekend. Mede naar aanleiding van het onderzoek van De Monitor en Pointer besloten twintig gemeenten hun rol te gaan onderzoeken. Onder andere de gemeenten Arnhem, Deventer, Assen, Groningen, Zaanstad, Leeuwarden, Hilversum, Amersfoort, Apeldoorn en Zwolle zijn van plan om een onderzoek te starten, of doen vooronderzoek in de archieven.

De gemeenten treden in de voetsporen van Amsterdam (2016), Den Haag (2019) en Rotterdam (2020) en Utrecht (2020). Amsterdam, Den Haag en Rotterdam hebben naar aanleiding van die onderzoeken in totaal al 14,6 miljoen euro uitgekeerd aan individuen en Joodse organisaties. De onderzoeken lieten een kille en zakelijke houding zien tegenover Joodse huiseigenaren die terugkeerden uit de concentratiekampen en onderduikadressen na de oorlog. Er werd geen rekening gehouden met het leed dat de overgebleven Joodse bevolking doorstaan had tijdens de oorlog. In Amsterdam en Den Haag werden terugkerende Joden gevraagd om hun erfpacht en straatbelastingen met terugwerkende kracht te betalen over de periode dat hun huizen niet in hun bezit waren.

Onderzoek nodig

Elke gemeente zou hun houding tegenover Joodse vastgoedeigenaren moeten onderzoeken, laat advocaat Liesbeth Zegveld aan De Monitor weten. Zelf zorgde ze er samen met haar cliënt Salo Muller voor dat de NS duizenden euro’s gaat uitkeren naar 5000 slachtoffers en nabestaanden van de Holocaust. Gemeenten zouden niet moeten wachten met onderzoek doen totdat nabestaanden daar zelf om vragen, aldus Zegveld. “Als jij leed en schade veroorzaakt dan ben je gehouden dat te herstellen. Het is wat zuur om dat pas te doen als de ander zich meldt.”

Ronny Naftaniel, vicevoorzitter van het Centraal Joods Overleg vindt dit ook. 75 jaar na de oorlog is het nog steeds belangrijk dat gemeenten leren van hun geschiedenis én proberen de schade te herstellen. “Uit de al gedane onderzoeken bleek hoe kil en onrechtvaardig de gemeente Amsterdam, Den Haag en Rotterdam hebben gehandeld. Maar nu hebben ze van alles gedaan om wat nog een beetje te repareren valt, te repareren. En dat is echt goed, want daarmee kan je zeggen: ‘wat men heeft kunnen doen heeft men gedaan’. Als je het open laat, dan blijven het zwerende wonden.”

De uitzending van De Monitor over geroofd Joods vastgoed in de Tweede Wereldoorlog is vanavond te zien bij de KRO-NCRV, om 22.15 uur op NPO2.

Vrijwilliger ontdekt namen slachtoffers bombardement Amsterdam

Een vrijwilliger van het project Amsterdamse Doodsoorzaken van het Amsterdamse Stadsarchief en de Radboud Universiteit ontdekte hun identiteit.

Op 11 mei 1940, nog voor het middaguur, liet een Duits vliegtuig twee bommen vallen boven het centrum. Eén bom viel op een rijtje huizen op de hoek van de Blauwburgwal en Herengracht, waarbij 44 doden en tientallen zwaar gewonden vielen. Veertien woningen werden in een klap weggevaagd. Een tweede bom ketste via de brug in het water.

De Nijmeegse Radboud Universiteit wil samen met het Stadsarchief Amsterdam meer te weten komen over de ontwikkeling van de volksgezondheid in het verleden.

Fred Geukes Foppen (74) indexeert voor dit project de digitale scans met de Amsterdamse doodsoorzaken  van 1854 tot en met 1940. Deze scans zijn geanonimiseerd. Er staat slechts een geboorte- en sterfdatum, het geslacht van het slachtoffer en de oorzaak van overlijden.

Lees verder in het Parool.

Wees moedig! - Digitale 3-D tentoonstelling over de Februaristaking

Vlak naast de Portugese Synagoge in Amsterdam staat het beeld van De Dokwerker om de staking in Amsterdam en omstreken te herdenken. Wat gebeurde daar precies? Waarom werd er gestaakt en had het succes? Je komt erachter via de 3D-tentoonstelling van Het Verzetsmuseum.

Niet alleen verzet tijdens de Tweede Wereldoorlog krijgt een plek. Zo krijgt Nasrin Sotouteh (bekend van de hashtag #freenasrin) gepaste aandacht. Deze Iraanse advocaat komt op voor vrouwenrechten in Iran. Haar verhaal weten? Klik vooral op deze link!  

Wees moedig!is te bezoeken via deze link, waarbij je in de digitale versie van het Verzetsmuseum wordt geplaatst en in de geschiedenis kunt duiken. 

Verzet-442x340.png

Plattegrond van ‘Wees Moedig!’
Onderdeel van het Verzetsmuseum Amsterdam

 

Westerbork ontvangt zeldzame tekeningen

Herinneringscentrum Kamp Westerbork heeft drie bijzondere tekeningen van de Joodse kunstenaar David Schulman gekregen. Op de tekeningen zijn de interieurs van een barak en de latrine in kamp Westerbork te zien.

David Schulman verbleef in 1943 enkele maanden in het kamp. Vlak na zijn thuiskomst tekende hij de taferelen uit kamp Westerbork op verzoek van Hendrik Maurits Polak. De drie tekeningen en de brief van de kunstenaar zijn geschonken aan het Herinneringscentrum door Franklin van der Voort, een neef van deze Polak.

Op 14 augustus 2015 schonk Herinneringscentrum Kamp Westerbork aandacht aan het erfgoed van de Tweede Wereldoorlog in Nederland en Nederlands-Indië met de actie Niet Weggooien! Het doel van de actie is om voorwerpen en documenten uit de oorlogsjaren te bewaren voor de toekomst. ‘Niet Weggooien!’ is het motto van de gezamenlijke actie van de Nederlandse oorlogs- en verzetsmusea, herinneringscentra en het NIOD Instituut voor Oorlogs- Holocaust- en Genocidestudies.

De conservator van het Herinneringscentrum staat klaar op 14 augustus, om door het publiek meegebrachte voorwerpen uit de Tweede Wereldoorlog te bekijken, vragen te beantwoorden en advies te geven over eventuele schenkingen aan het museum of archief.

Klik hier om meer te lezen

ZwartWitGrijs: de Nederlandse politie in WOII – Expositie nu te bezoeken

Het politiegebouw de Yp in Den Haag is de komende weken het decor van een expositie gewijd aan de rol van de Nederlandse politie tijdens de Tweede Wereldoorlog. De spreuk ‘lessen trekken uit de geschiedenis’ is zelden zo relevant. “De politie van nu wil voor iedereen zijn en kan daarom niet buiten de lessen uit het verleden.”

Het werk van politieagenten vereist een flinke dosis integriteit. Ze hebben als taak de orde te bewaken, burgers te beschermen en erop toe te zien dat de wet wordt nageleefd.

Met de bezetting van Nederland door Nazi-Duitsland is die integriteit op de proef gesteld. Individuen werden gedwongen tussen tegenpolen te kiezen: het opvolgen van de verordeningen van de Nazi’s (‘zwart’), verzet bieden (‘wit’), of van allebei af te zien en te accommoderen (‘grijs’).

De tentoonstelling geeft een overzichtelijk, chronologisch beeld van hoe de situatie van Nederlandse politiemensen zich geleidelijk aan veranderde. Begeleid met persoonlijke verhalen, foto’s en uit de oorlogstijd bewaarde voorwerpen wordt een geschiedenis geschetst in vijf fases.

Vijf fases

  1. Schikken en plooien

In de eerste maanden na de capitulatie was voor velen nog onduidelijk welke gevolgen de bezetting zou hebben. In de politie als organisatie was dat niet anders, en veel agenten namen een afwachtende houding aan. Met een versterking van 6000 nieuwe agenten die de Nazi’s afdwongen werd zelfs tegemoet gekomen aan een wens die de organisatie tot dan koesterde.

  1. Ware bedoelingen

Met het bloedig neerslaan van de Februaristaking in 1941 door de Ordnungspolizeikwam een definitief einde aan de nog overgebleven twijfel over de intenties van de Nazi’s. De Nazi’s gingen directer leiding geven aan de Nederlandse tak van de politie. Agenten werd bevolen mee te helpen aan deportaties van Joden en hun uniformen gingen steeds meer op die van de Nazi’s lijken.

  1. Afkeer en weerzin

Eind 1942 werd steeds duidelijker dat Duitsland de oorlog aan het verliezen was. Dit gaf het verzet een duw in de rug, maar anderzijds werd repressie door de Nazi’s ook opgeschroefd. Agenten kwamen steeds meer onder druk te staan om te kiezen tussen ‘zwart’ en ‘wit’.

  1. Chaos en bevrijding

De stokkende bevrijding van Nederland zette de zaken vanaf september 1944 nog verder op scherp. Duitse agenten en collaborateurs wisten dat ze niks te verliezen hadden, en agenten die niet volledig vertrouwd werden gingen vaak onderduiken. Na de bevrijding nam het Militair Gezag van Nederlandse militairen de leiding over de reorganisatie van de politie. Veel agenten werden hiervoor onderzocht op hun handelen tijdens de oorlog, en kregen in die tijd geen salaris uitbetaald.

  1. Nasleep

Na de oorlog werden commissies ingesteld om de politie te ‘zuiveren’ van agenten die collaboreerden. Lidmaatschap van de NSB, SS of WA betekende ontslag. De norm voor het aanstellen als agent werd later iets milder. Tegen 1954 was 12% van de organisatie ontslagen; 9 politiemensen werden ter dood veroordeeld voor hun acties tijdens de oorlog.

Heeft u interesse in het bezoeken van de tentoonstelling? Neem dan contact op viaDit e-mailadres wordt beveiligd tegen spambots. JavaScript dient ingeschakeld te zijn om het te bekijken. om een afspraak te maken. De tentoonstelling is geopend t/m 25 juli 2019.

Bron: ZwartWitGrijs Tentoonstellingsgids