11 lastige vragen van studenten
Het beantwoorden en bediscussiëren van deze en andere vragen die gedurende les aan bod komen is een mooie kans om kennis bij te sturen, leerlingen te verbeteren, meer handvaten en kennis te geven en de les meer diepgang te geven.
1. Waarom was het hakenkruis het symbool van de nazi's?
Het hakenkruis (swastika) is een eeuwenoud symbool, ongeveer zevenduizend jaar oud, en werd gebruikt als een positief symbool voor 'geluk' en 'succes'. Het verschil met het hakenkruis van de nazi’s, is dat het teken dan gekanteld is. Normaliter wordt het teken parallel weergegeven. Het hakenkruis, zoals het teken van de nazi’s genoemd wordt, is in feite dus een achtste gedraaid. Vanwege de connectie met oude Euraziatische en Indiase beschavingen, namen de nazi's het symbool over. Zij zagen namelijk een connectie tussen henzelf en de mythische Ariërs, die volgens de nazi's een blondharig, blauwogig ras uit India waren die naar Europa waren geemigreerd. Volgens de nazi's waren zij de scheppers van de menselijke beschaving. De hakenkruis werd voor de nazi's het symbool voor de grootsheid van het Arische ras, hun cultuur en eeuwenoude wortels.
2. Waarom kwamen de gewone Duitsers niet in actie toen er anti-Joodse wetten werden ingevoerd?
Een van de eerste dingen die het nazi-regime deed toen zij in 1933 de macht kreeg, was het bouwen van concentratiekampen voor politieke tegenstanders. Samen met andere onderdrukkende maatregelen, werden deze kampen gebruikt om de Duitse bevolking onder de te houden via een regime van angst en terreur. Tevens bestond er al eeuwenlang antisemitisme in Duitsland, en de nazi's gebruikten dat om de Joden verder in de hoek te duwen. Nazi-wetgeving isoleerde en segregeerde de Joden stap voor stap, en ontnam hen steeds meer rechten (zie wetten van Neurenberg). De combinatie van angst, propaganda en al bestaande vooroordelen over Joden zorgden voor een situatie waarin weinig mensen hun stem durfden te verheffen in steun voor de Joden. Daarnaast, er was geen sterke morele autoriteit (zoals de Kerk) die mensen de moed gaf om zich uit te spreken. En ten slotte, bestond er een significant deel van de Duitse bevolking die het met de nazi's eens was.
3. Waarom gingen de Joden niet weg uit Duitsland in de jaren '30?
Vele Joden verlieten nazi-Duitsland in de jaren '30. Daarentegen waren er ook velen die de kans niet hadden om te vertrekken. De Duitse Joden waren een van de oudste Joodse gemeenschappen in Europa. Ze waren trotse Duitse burgers die zichzelf vaak ook echt als Duits identificeerden. Toen de vervolging van Joden begon, was het voor hen moeilijk te begrijpen dat Hitler hen hun rechten kon ontzeggen, laat staan hen uiteindelijk te vermoorden. In de jaren '30 waren de nazi's nog niet bezig met een plan om de Joden ter verdrijven en te vernietigen. De verschillende facetten van de vervolging begonnen niet allemaal tegelijkertijd, maar evolueerden door de jaren heen. Het begon met het boycotten van Joodse ondernemers, publiek geweld tegen Joden, en specifieke wetgeving ontworpen om de Joden hun rechten te ontnemen. Het grootste obstakel was het vinden van een veilige haven en de emigratie organiseren. De Duitse bureaucratie was enorm stroperig, Joodse fondsen werden bevroren door de nazi's en het krijgen van een visa was zeer moeilijk. Sommige families konden de kosten voor emigratie niet betalen; anderen konden de 'papierwinkel' niet rond krijgen om te mogen werken en verblijven in andere landen. Zelfs degenen die wel de financiele middelen hadden konden geen veilige haven vinden. Een kenmerkend voorbeeld is het verhaal van de MS St. Louis. 25% van de Joden in Duitsland verliet huis en haard tussen 1933 en 1938. Na de uitbraak van de oorlog werd de emigratie nog moeilijker, en in oktober 1941 werd het zelf verboden. Ondanks deze moeilijkheden wist een derde van de Duitse Joden tussen 1938 en 1941 het land te ontvluchten.
4. Waarom accepteerden zo weinig landen, inclusief Nederland, geen Joodse vluchtelingen?
Er zijn meerdere redenen waarom andere landen geen of amper Joodse vluchtelingen uit Duitsland toelieten. Ten eerste was het geloof dat immigraten de paar schaarse banen zouden oppikken, helemaal in het licht van de Grote Depressie. Ten tweede, in de meeste landen waren er negatieve houdingen en stereotypes over Joden, waardoor Joden nog meer onwelkom waren dan anderen. In Nederland stelde men zelfs dat Joodse vluchtelingen zelf zouden zorgen voor een oplaaiend antisemitisme. In 1938 kwamen meerdere landen samen, bij de Conferentie van Evian, om dit probleem te bespreken. Tijdens de conferentie werd duidelijk dat geen enkel land zat te wachten op Joodse vluchtelingen, behalve de kleine Dominicaanse Republiek. Voor het opvangen van Joden kreeg de Dominicaanse Republiek grote sommen geld.
5. Wisten mensen die nabij de gettos en kampen woonden wat er gebeurde daar? Waarom deden ze niets?
Ja, vele mensen die nabij de getto's of kampen woonden wisten wat er gaande was, soms zelfs in detail. Ook nadat de nazi's en hun handlagers overgingen tot de 'Endlösung' en dit zelfs probeerden te verbergen, wisten zelfs mensen van de getto's en kampen. Zij konden aan informatie over de verschrikkingen daar komen. Via brieven, soldaten die op verlof waren, zakenlui en anderen die nabij de getto's en kampen waren geweest vertelden over wat zij zelf hadden waar genomen. Het is inderdaad waar dat sommige mensen het niet wilden begrijpen of opzettelijk probeerden te negeren wat er gebeurde. Het vaak gebruikte manta "wir haben es nicht gewußt" was meer een poging om verantwoordelijkheid te ontlopen dan toegeven dat men het echt niet wist. De angst voor straf of repressailes, normaal onder de nazi's, droeg hier misschien aan bij. Maar, het is belangrijk om te benadrukken dat mensen, ook onder een totalitair regime, eigen keuzes over hun gedrag kunnen maken. De 'Endlösung' was dan wel niet te stoppen als geheel; maar op individueel niveau was hulp nog steeds mogelijk. Er is geen beter voorbeeld dan de vele mensen, in heel Europa, die ondanks gevaar voor de eigen veiligheid, Joden hielpen om in leven te blijven. 26,973 van hen zij door Yad Vashem erkent als 'Rechtvaardigen onder de Naties'. Aangezien de situatie in elk land anders was, waren de manieren om hulp te bieden ook anders. Maar hulp bieden aan Joden die al in de kampen zaten was praktisch onmogelijk, behalve door werknemers en soldaten op het kamp. Dat gebeurde dan ook, mondjesmaat, alhoewel het dan vaak te laat was voor de 'ingezetenen'.
6. Wanneer hadden de Geallieerden door wat er gebeurde met de Joden in Europa en wat was hun reactie?
Informatie over de massamoorden op Joden bereikten de Geallieerden (o.a. het VK en de VS) kort nadat Duitsland de Sovjet-Unie binnenviel en daar de Joden begon te vermoorden, vanaf juni 1941. De berichten over deze moorden werden vaak achterin de kranten geplaatst, onder andere vanwege sceptisme of een gebrek aan primaire bronnen. Tijdens de winter van 1942, hadden de Geallieerden genoeg informatie ontvangen om in een proclamatie het 'uitroeien van de Joden in Europa' te veroordelen, en dat zij de daders zullen straffen. Desondanks blijft het onduidelijk in hoeverre de Geallieerde leiders de volledigheid van de Holocaust kenden en beseften. De enorme schok bij Geallieerde generaals en commandanten die de kampen bevrijdden geeft aan dat het beeld van de Holocaust bij hen niet volledig helder was.
7. Wat was de rol van de Rooms-Katholieke Kerk gedurende de Holocaust?
Het is lastig om de precieze rol van Rooms-Katholieke Kerk tijdens de Holocaust vast te stellen, omdat de Kerk zelf niet met één mond sprak. Er waren verschillende reacties gedurende verschillende tijden en op verschillende plekken, door zowel Paus Pius XII, de Curia in het Vaticaan, kardinalen, bisschoppen, pastoren, nonnen en leken. Men kan vaststellen dat in het door de nazi's bezette Europa, de Rooms-Katholieke Kerk vooral bezig was met het intact houden van de eigen invloed en het kerkelijke gezag. Het Vaticaan werd namelijk bedreigd door zowel de nazi's als de communisten. Door een deal te sluiten met de nazi's zocht de Kerk politieke veiligheid, in ruil voor politieke erkenning van de nazi's zouden de nazi's zich niet bemoeien met de Kerk. De Jodenvervolging was dus niet de eerste priortieit van de Kerk, en zich erover utispreken werd gezien als een risico. Er zijn priesters die betrokken waren bij het vervolgen van Joden, maar andere geestelijken waren actieve tegenstanders van de Jodenvervolging, in woord en daad. Zo waren meerdere kloosters onderduikplekken voor Joden, met name voor kinderen.
8. Waarom vochten de Joden niet terug?
Heel wat Joden vochten wel terug, sommigen met wapen en sommigen op welke manier dan ook - door in leven te blijven, door anderen te helpen overleven en door hun menswaardigheid te behouden. Joodse organisaties probeerden voedsel en medicijnen te verstrekken. Op verschillende plekken organiseerden Joden culturele, educatieve en religieuze activiteiten als een teken van de levendigheid van hun geest en cultuur. Velen probeerden ook uit de getto's te vluchten, soms met valse papieren. Al deze acties zijn vormen van verzet. Toen de Joden erachter kwamen dat de nazi's hun wilden uitroeien, werden er ondergrondse milities opgericht. In meer dan honderd getto's werden er milities opgericht om te vechten tegen de nazi's. De grootste gewapende opstand was die in het getto van Warschau, in de lente vna 1943. Ook waren Joden actief als partizanen in Oost-Europa, sommigen van hen waren ontsnapt uit getto's en de bossen bergen in gevlucht waar zij de strijd voorzetten. In sommige kampen waren er ook opstanden van Joden - samen met andere gevangenen. In Treblinka, Sobibor en Auschwitz-Birkenau waren er opstanden van Joodse gevangenen, enkelen van hen wisten ook te ontsnappen.
9. Waarom waren de Joden het primaire slachtoffer? Waarom werden zij zo gehaat?
In dit antwoord moeten wij teruggaan naar de lange geschiedenis van antisemitisme in Europa. De Joden woonden als minderheid in vele landen, met hun eigen (soms duidelijk zichtbare) religie en cutluur. Joden werden eeuwenlang segregeerd en mochten amper integreren in de samenleving. Door de eeuwen heen ontstonden er vele negatieve denkbeelden over Joden, zij werden de ultieme 'Andere'. Zo werden zij beschuldigd van de moord op Jezus, en daarom zouden zij voor altijd moeten lijden. Deze veroordeling werd pas in 1965 door de Rooms-Katholieke Kerk in de encycliek Nostra Aetate afgewezen. De nazi's hadden een raciale vorm van antisemitisme eigen gemaakt, al gebruikten zij ook religieus antisemitisme. Voor de nazi's waren Joden vooral een ras. Het 'Joodse ras' was de oorzaak voor alle problemen in de wereld (vooral het communisme en het kapitalisme) én hun voornaamste vijand. Zij dachten dat de Joden de wereld wilden beheersen en de Ariërs (lees: de Duitsers) tot slaaf wilden maken. De nazi's waren van mening dat dit 'Joodse probleem' moest worden opgelost. Hun 'eindoplossing' was genocide.
10. Hoe wisten de nazi's wie er Joods waren, helemaal in gebieden waar zij geassimileerd waren?
Nazis wisten al snel wie er Joods was in heel Europa, of ze nou geassimileerd waren of niet. Ze gebruikten belastingpapieren, formulieren van synagoges (of kerken als het om bekeerde Joden ging), politieformulieren en censusinformatie. Informatie kwam soms ook gewoon van de buren van Joden, helemaal in de bezette gebieden. De nazi's gebruikten lokale netwerken en individuen die Joden wilden identificeren in ruil voor een beloning. Deze mensen kenden niet altijd de Joden die zij verraadden. Daarom werd er ook gelet op uiterlijk, accent en andere kenmerken om mensen die verdacht waren alszijnde Joods te herkennen. Joodse mannen waren ook fysiek te herkennen als Joods, want zij waren vaak besneden.
11. Waren er Joden die collaboreerden met de nazi's?
Het is goed om op te passen met het gebruik van het woord 'collaboratie'. Dit vanwege het feit dat elke Jood op de dodenlijst stond toen de nazi's de Endlösung in werking hadden gezet. Het woord 'collaboratie', met zijn negatieve connotatie, past niet bij de vele 'keuzeloze keuzes' die Joden moesten maken op basis van angst en terreur, in de hoop dat zij hun eigen leven of die van hun familie konden redden, of misschien de verschrikkelijke situaties in de getto's en kampen konden verbeteren. Er is een enorm verschil tussen collaboreren met de nazi's op basis van ideologie of geldzucht, de keuze van bureaucraten, informanten, zogenaamde 'Jodenjagers' en openlijke moordenaars. Er waren zeker Joden die samenwerkten met de nazi's maar zij vallen in een grijs gebied, omdat zij altijd onder de angst voor de dood leefden.