Door heel Europa kwam de vervolging van de Joden snel na de Duitse bezetting op gang. Joden verloren hun burgerschap en werden verbannen uit openbare instituten. Hun vrijheid om te ondernemen werd sterk beperkt, velen raakten hun baan en levensonderhoud kwijt. Voor de kinderen werd het schoolleven ontregeld of zelfs platgelegd, en veel Joodse kinderen werden gedwongen om hun familie te ondersteunen door te gaan werken of te gaan smokkelen.
Eva Heyman, 13, Nagyvarad, Hongarije:
7 april 1944
“Vandaag kwamen ze mijn fiets halen, en ik zorgde bijna voor drama. Je moet weten, lief dagboek, ik was doodsbang voor het idee dat de politieagenten ons huis in kwamen. Ik weet dat agenten alleen maar problemen met zich mee brengen, waar ze ook gaan [..] Dus, lief dagboek, ik heb mijzelf op de grond gesmeten, heb het achterwiel van mijn fiets vastgeklampt en heb van alles en nog wat geroepen tegen die agenten: “Schaam je, een fiets stelen van een meisje! Dat is diefstal!” [..] Een van de agenten was geïrriteerd en zei: “Precies wat we nodig hadden, een show van een Jodinnetje wiens fiets wordt afgenomen. Geen enkel Jodenkind mag meer een fiets hebben. De Joden mogen ook geen brood meer, trouwens: ze moeten niet zo slurpen, maar het voedsel aan de soldaten laten.”
Moshe Flinker, 16, België:
24 november 1942
“Gedurende het schooljaar, het aantal verboden voor ons groeide enorm. [..] we moesten onze fietsen inleveren bij de politie. Sindsdien ga ik naar school via de tram, maar twee dagen voor de vakantie, mochten Joden ook niet meer met de tram.”
Vragen ter discussie
Eva en Moshe schrijven over het proces waarin hun dagelijks leven steeds meer beperkt wordt.
- Welke berichten krijgen deze kinderen van hun buren? Hoe ervaarden zij deze veranderingen in hun omgeving?
Voor de docent: In de beantwoording van de leerlingen, wijs hen op de reactie van Eva op de agenten, haar protest als haar fiets wordt weggehaald en hoe de agenten op haar reageren. Wijs ook op het fragment van Flinker over de reisbeperkingen voor Joden.
Flinker, 24 november 1942 (vervolg)
“Toen moest ik lopend naar school, wat ongeveer anderhalf uur duurde. [..] Toen dacht ik nog dat ik na de vakantie weer naar school kon gaan, maar ik had het mis.”
Hannah Hershkowitz werd in 1935 geboren in Biala Ravska, Polen. Ze overleefde de oorlog. In haar memoires, herinnerde ze zich:
“Ik was zes jaar oud. Het was de eerste schooldag in september, 1941. [..] Marisha, mijn beste vriendin, vroeg me om samen naar school te gaan. We troffen elkaar in de ochtend en liepen samen met vele andere kinderen naar school. We bereikten de hoge grote poort. De poortwachter van de school wachtte ons op. [..] Marisha ging naar binnen, en ik ging er achteraan, terwijl de poortwachter haar begroette.
“Waar ga jij heen?”, vroeg hij aan mij.
“Naar school, naar groep 3”, zei ik trots terwijl ik doorliep. De poortwachter hield me tegen en zei: “Nee, jij niet”.
“Maar ik ben al zes jaar – echt waar!”
“Je bent een Jodin”, zei hij, “Joden hebben geen recht op onderwijs. Geen Joden in onze school. Ga naar huis!” [..] Marisha, en de andere kinderen, renden de school in.
[..] Ik heb niet gehuild, ik dacht: Ik ben Joods. Er is geen plek voor mij. En ik bleef daar staan totdat iedereen weg was. Behalve ik. Het nieuwe schooljaar was begonnen. Maar niet voor mij.”
Dawid Sierakowiak, 15, Lódz, Polen:
29 november 1939
School valt uit elkaar als een oude slipper. Gisteren kwamen er om vier uur twee Gestapo-mannen naar de school.
30 november
“De school is ons afgenomen. De leerlingen helpen de ingehuurde bewaking. Ze hebben ons tot morgenavond gegeven om alles weg te halen. Een dodelijk gevoel, een massale plundering van de bibliotheek.”
Vragen ter discussie
- Hoe voelde de eerste schooldag voor jou? Werd je ook begeleid?
- Gezien deze fragmenten, hoe denk je dat de Joodse kinderen zich voelden toen zij niet meer naar school mochten?
Dawid Sierakowiak, 15, Lódz, Polen:
3 oktober 1939
“Mijn vader heeft geen werk en ‘stikt simpelweg’ thuis. We hebben geen geld. Het is een drama! Een ramp!”
Vragen ter discussie
- Probeer te omschrijven hoe Dawid zich voelde toen zijn vader zijn baan kwijtraakte. Hoe denk je dit het dagelijks leven in zijn familie beïnvloedde?
Voor de docent: Een familie geeft natuurlijk een mate van veiligheid aan een kind. Dawid leek door te hebben welke enorme gevolgen zijn vaders nijpende financiële situatie had. Geen twijfel mogelijk dat als de traditionele boordwinner “stikt” dat dat nog meer stress geeft aan een al zeer stressvolle situatie.