Skip to main content

Algemeen

ZwartWitGrijs: de Nederlandse politie in WOII – Expositie nu te bezoeken

Het politiegebouw de Yp in Den Haag is de komende weken het decor van een expositie gewijd aan de rol van de Nederlandse politie tijdens de Tweede Wereldoorlog. De spreuk ‘lessen trekken uit de geschiedenis’ is zelden zo relevant. “De politie van nu wil voor iedereen zijn en kan daarom niet buiten de lessen uit het verleden.”

Het werk van politieagenten vereist een flinke dosis integriteit. Ze hebben als taak de orde te bewaken, burgers te beschermen en erop toe te zien dat de wet wordt nageleefd.

Met de bezetting van Nederland door Nazi-Duitsland is die integriteit op de proef gesteld. Individuen werden gedwongen tussen tegenpolen te kiezen: het opvolgen van de verordeningen van de Nazi’s (‘zwart’), verzet bieden (‘wit’), of van allebei af te zien en te accommoderen (‘grijs’).

De tentoonstelling geeft een overzichtelijk, chronologisch beeld van hoe de situatie van Nederlandse politiemensen zich geleidelijk aan veranderde. Begeleid met persoonlijke verhalen, foto’s en uit de oorlogstijd bewaarde voorwerpen wordt een geschiedenis geschetst in vijf fases.

Vijf fases

  1. Schikken en plooien

In de eerste maanden na de capitulatie was voor velen nog onduidelijk welke gevolgen de bezetting zou hebben. In de politie als organisatie was dat niet anders, en veel agenten namen een afwachtende houding aan. Met een versterking van 6000 nieuwe agenten die de Nazi’s afdwongen werd zelfs tegemoet gekomen aan een wens die de organisatie tot dan koesterde.

  1. Ware bedoelingen

Met het bloedig neerslaan van de Februaristaking in 1941 door de Ordnungspolizei kwam een definitief einde aan de nog overgebleven twijfel over de intenties van de Nazi’s. De Nazi’s gingen directer leiding geven aan de Nederlandse tak van de politie. Agenten werd bevolen mee te helpen aan deportaties van Joden en hun uniformen gingen steeds meer op die van de Nazi’s lijken.

  1. Afkeer en weerzin

Eind 1942 werd steeds duidelijker dat Duitsland de oorlog aan het verliezen was. Dit gaf het verzet een duw in de rug, maar anderzijds werd repressie door de Nazi’s ook opgeschroefd. Agenten kwamen steeds meer onder druk te staan om te kiezen tussen ‘zwart’ en ‘wit’.

  1. Chaos en bevrijding

De stokkende bevrijding van Nederland zette de zaken vanaf september 1944 nog verder op scherp. Duitse agenten en collaborateurs wisten dat ze niks te verliezen hadden, en agenten die niet volledig vertrouwd werden gingen vaak onderduiken. Na de bevrijding nam het Militair Gezag van Nederlandse militairen de leiding over de reorganisatie van de politie. Veel agenten werden hiervoor onderzocht op hun handelen tijdens de oorlog, en kregen in die tijd geen salaris uitbetaald.

  1. Nasleep

Na de oorlog werden commissies ingesteld om de politie te ‘zuiveren’ van agenten die collaboreerden. Lidmaatschap van de NSB, SS of WA betekende ontslag. De norm voor het aanstellen als agent werd later iets milder. Tegen 1954 was 12% van de organisatie ontslagen; 9 politiemensen werden ter dood veroordeeld voor hun acties tijdens de oorlog.

Heeft u interesse in het bezoeken van de tentoonstelling? Neem dan contact op via Dit e-mailadres wordt beveiligd tegen spambots. JavaScript dient ingeschakeld te zijn om het te bekijken. om een afspraak te maken. De tentoonstelling is geopend t/m 25 juli 2019.

Bron: ZwartWitGrijs Tentoonstellingsgids

 

tweede wereldoorlog, expositie

Nieuw boek over Nederlandse houding t.o.v. Jodenvervolging

Slaagden we voor de test van Hitler in november 1938?

Deze vraag stelt Klaas de Jong in zijn nieuwe boek over de Nederlandse reactie op de Jodenvervolging van de jaren dertig en veertig. In Kristallnacht en Kamp Westerbork onderzoekt de auteur verschillende tragische gebeurtenissen tijdens de Tweede Wereldoorlog en de manier waarop Nederlanders, in kranten, in kerken en op straat, hiermee omgingen.

De uitgever over het boek:

Nadat in de Kristallnacht alle synagogen in brand waren gestoken, keek Hitler naar de reacties in het buitenland. De krantenkoppen logen er niet om maar de regeringen van de vrije landen zwegen. Ons kabinet Colijn hield de grenzen dicht; slechts 2.000 vluchtelingen mochten komen in een kamp dat in 1939 in Westerbork voor hen werd gebouwd.

Hitler wist genoeg. Zijn plannen met het Joodse volk zouden geen grote tegenstand krijgen. Eigenlijk was dat ook al duidelijk bij de invoering van de rassenwetten van Neurenberg in 1936. Onze regering durfde na een Kamervraag zelfs niet uit te spreken dat die wetten immoreel waren.

Het laatste deel van dit boek laat zien hoeveel moeite we in Nederland hebben met het herdenken van de Kristallnacht en met ons aandeel in Kamp Westerbork. Gelukkig zijn er ook ontroerend mooie geschiedenissen in dit boek zoals van burgemeester Verbeek van Dinxperlo. Of Zwartendijk die als viceconsul in één week 2.345 visa voor Curaçao maakte voor Joden. Of Truus Wijsmüller die na de Kristallnacht in Wenen bij Eichmann toestemming loskreeg voor één van de grootste reddingsacties.

Dit werk kan zeker interessant zijn voor docenten of leerlingen die meer over dit pijnlijke onderwerp willen weten. Meer informatie en bestellen via Uitgeverij Toetssteen.

 

holocaust, nederland