De zwijgende daders van Jedwabne
In juli 1941 werden de Joodse mannen van het dorp Jedwabne door hun dorpsgenoten gedwongen een standbeeld van Lenin om te gooien. Daarna moesten ze het beeld in een schuur begraven, waar de mannen door hun dorpsgenoten worden vermoord. Vervolgens worden de vrouwen en kinderen de schuur ingejaagd, waar ze worden geconfronteerd met de lichamen van hun echtgenoten en vaders. De dorpelingen steken de schuur in brand en de vrouwen en kinderen worden levend verbrand, niemand overleeft. Na de oorlog kwam er een gedenksteen waarop stond dat de Duitsers, die op dat moment niet in het dorp gelegerd waren, de daders waren. Hoe kan zoiets?
In 2000 verscheen een boek over deze horror-geschiedenis in Jedwabne, geschreven door de Poolse Amerikaan Jan Gross. Hij bezocht het dorp en beschreef de leugen die in stand werd gehouden en de waarheid - dat buren hun eigen buren hadden vermoord. Dit werd niet geaccepteerd door de dorpelingen. Ze bleven dan ook massaal weg toen de toenmalige Poolse president, Aleksander Kwaśniewski, in 2001 een nieuw monument onthulde en excuses maakte aan de Joodse bevolking.
Onderzoekers vonden de plek van de schuur, met het beeld van Vladimir Lenin, menselijke resten, huissleutels, kogels die niet bij Duitse soldaten konden horen en allerlei bewijzen dat inderdaad de bewoners zelf "hun" Joden hadden afgeslacht. De bewoners sloten zichzelf op, niemand wilde praten, de gordijnen gingen letterlijk en figuurlijk dicht.
Nina Porzucki bezocht onlangs het dorp in een hernieuwde poging met de dorpsbewoners te praten. De nieuwe generatie wil nu zélf ook weten wat hun familie deed, maar kunnen ze dat ook echt aanvaarden? De ervaringen van Nina kunt u hier beluisteren, gelardeerd met delen uit een interview met onderzoeker Jan Gross.
Bron: PRI