St. Louis Blues: Opera over Joodse bootvluchtelingen binnenkort te zien

Passagiers op de St Louis. Bron Foto: Yad Vashem Archives
Van 10 t/m 15 september zal de opera St. Louis Blues te zien zijn in het Arnhemse Musis Sacrum. De opera vertelt het indringende verhaal van de vergeefse poging van Joodse vluchtelingen in 1939 om aan hun lot te ontkomen. De Nederlandstalige opera zal in het kader van 75 jaar bevrijding het herdenkingsseizoen 2019/2020 in de regio Arnhem-Nijmegen inluiden.
Kaartjes zijn te koop via het Musis Stadstheater Arnhem; voor CJP-pashouders is er €5 korting.
Regie: Jeroen Kriek
Co-regie: Goos Meeuwsen en Helena Bittencourt
Compositie: Chiel Meijering
Libretto: Paul Binnerts
Muziek: orkest de ereprijs o.l.v. Wim Boerman
Zangers: Francisca Branco, Pim van Drunen, Luke Mitchell, Ginette Puylaert, Jan Kristof Schliep, Jorien Zeevaart e.a.
St Louis: met Joodse vluchtelingen naar Amerika en terug
De St Louis was een Duits schip met Joodse vluchtelingen naar Cuba. Nog voordat het schip daar aankwam, had de Cubaanse regering hun visa echter al ongeldig verklaard, en werd de vluchtelingen toegang ontzegd.
Het schip vertrok op 13 mei 1939 van Hamburg naar Cuba met 936 passagiers aan boord. De meesten van hen waren Joodse vluchtelingen. Allen hadden visa voor Cuba bemachtigd via Manuel Benitez Gonzalez, de Cubaanse Directeur-Generaal voor immigratiezaken. Hoewel de simpele visa officieel gratis waren, zag Benitez Gonzalez kans zichzelf met de handel erin te verrijken. Hiermee haalde riep hij echter argwaan over zich heen van rivalen binnen de Cubaanse regering, die bovendien onder populaire druk stonden Joodse vluchtelinge te weren en zelf fascistische tendensen hadden.
De visa werden op 5 mei ongeldig verklaard; na de aankoop ervan, maar voor het vertrek van de St Louis. De passagiers gingen toch aan boord in de hoop dat de papieren alsnog van waarde zouden zijn.
Eenmaal bij aankomst in de wateren rond Havana op 27 mei werd de passagiers inderdaad toegang ontzegd. De Amerikaans-Joodse organisatie Joint Distribution Committee (JDC) stuurde nog een onderhandelaar naar Cuba om toegang af te dwingen, maar de regering bleef standvastig. Het schip voer op 2 juni door naar de kust van Florida, maar ook de VS weigerde toegang en schilderde de zaak af als een uitsluitend Cubaanse kwestie. Terwijl onderhandelingen tussen JDC en de Cubaanse regering voortduurden, keerde het schip terug naar Cuba. Uiteindelijk werd een deal bereikt waarbij JDC de regering $453,000 zou betalen in ruil voor toegang voor alle opvarenden, maar de deadline voor betaling werd niet gehaald. Het schip vertrok noodgedwongen naar Europa, waar de opvarenden – onder druk van de VS – in Nederland, Frankrijk, België en het VK terecht kwamen. Hun lot onderscheidde zich niet van de Europese Joden; uiteindelijk werden de meesten van hen vermoord in de Sjoa.
Bronnen: